De gemeente van Teemu telt meer rendieren dan mensen. Met zo’n 22.500 zijn ze – de rendieren, niet de mensen. Volgens de laatste telling in 2015 wonen er slechts 8876 mensen (en aftellende).

O ja, de gemeente waarvan sprake, Sodankylä, is vier keer zo groot als Antwerpen. De provincie, niet de stad. Minder dan één persoon per vierkante kilometer. Nu besef ik waarom sommigen Lapland de laatste wildernis van Europa noemen.

“Welkom aan de goede kant van de noordpoolcirkel.”

Teemu stuurt zijn auto Rovaniemi uit, voorbij Santa Claus Village. Volgens straffe marketeers ligt daar de noordpoolcirkel, waarover meer in een volgende deel. Rovaniemi is de hoofdstad van Lapland en Teemu heeft gezworen nooit zuidelijker te wonen. “In de grootstad loop ik verloren”, zegt hij, “Ik word knettergek van de drukte van Helsinki. Na vier uur wil ik telkens keihard weglopen en bier gaan drinken.”

Het is buiten -15°C. Siberisch kou, al zal ik dit twee dagen later een tropische dag noemen. Hoewel het niet sneeuwt, rijden we constant door een scherm van wit poeder. Het andere verkeer stuift een en ander richting onze auto. Geen probleem, Teemu woont al z’n hele leven in Lapland en is erger gewend. In omstandigheden waarin België helemaal plat zou liggen, rijden de Lappen rond alsof ze een zondags plezierritje maken. Toch is het even schrikken wanneer hij fluks op z’n rem gaat staan. Een half dozijn rendieren loopt over de berm de tegengestelde richting uit.

lapland-deel-1-5

Er zijn plaatsen op aarde die verrassen. En er zijn er andere die perfect bieden wat je ervan verwacht. Fins Lapland behoort tot die laatste categorie. In een wereld die alsmaar verkleint, voel je er nog het weidse en de ruigheid van het landschap. De nacht is donker, beschaving schaars en verspreid. Als in een film rijden we in een eindeloze tunnel van bomen en sneeuw. Telkens ik een huis spot, is dat een evenement.

Na een lange rit bereiken we Kelujärvi, een dorp van een zakdoek groot. Het is in dorpen als Kelujärvi dat de hartslag van Lapland het luidst klopt. Teemu ademt diep in en blaast de lucht gelukzalig weer uit. Hij is thuis. “Stadsmensen zeggen dat hier niets is. Maar in Kelujärvi kan je wel nog van de natuur leven”, snoeft hij, “We eten vis die we zelf vangen, eland die we zelf schieten en bosbessen die we zelf plukken. In de zomer steken we aardappelen in de grond en die rooien we in de herfst.”

Een woordje over de koude. Op een bepaald moment tijdens mijn verblijf in Lapland gaat de temperatuur tot -40°C. Niks ‘gevoelstemperatuur’ of ‘de wind doet het voelen als’ – nee, -40°C zonder meer. Ik betwijfel of thermometers in België zo laag gaan, maar voor de Fin is dat het moment om een trui aan te trekken en te overwegen de verwarming aan te zetten.

lapland-deel-1-11Alhoewel, we maken de koudste temperaturen mee sinds 1999. Je weet dat het echt koud is als de temperatuur een krantenkop is op de voorpagina van de lokale dagbladen. Voor alle duidelijkheid: de gemiddelde diepvries staat idealiter op -18°C. -40°C is een koude waarvan ik vooraf niet wist dat hij bestond. Tegelijkertijd is het aangenaam koukleumen in Lapland. Niet zoals soms in België, met wind die door merg en been gaat, ijsachtige regenvlagen, hagel en koude die tot in je botten snijdt.

Niet dat ik in Lapland de koude niet tot in het diepst van mijn poriën voel. Daar kunnen al mijn kleren niets aan verhelpen – letterlijk: drie paar kousen, waarvan twee van wol, waterdichte stapschoenen,  gewoon ondergoed, thermisch ondergoed (Beste. Koop. Ooit.), broek, T-shirt, hemd, twee truien, een dikke jas, sjaal, muts en twee paar handschoenen. Na vijf minuten voel ik hoe de haartjes in mijn neus langzaam veranderen in kleine ijspegeltjes. In geen tijd zie ik eruit als een bergbeklimmer of, toepasselijker, de Kerstman. Langer dan een uur of twee heb ik het buiten nooit getrokken, ondanks al die voorzorgsmaatregelen.

lapland-deel-1-7
Mijn beste kerstman-vertolking.

Dan is het best confronterend als je de lokale jeugd met de jas open of zonder muts ziet rondwandelen. Of, zoals twee tienermeisjes later die week in Oulu, met de enkels bloot. Wie hip wil zijn, moet pijn lijden. Ik zie zelfs mensen met de fiets. Het is niet zo uitzonderlijk om het hele jaar door de fiets te gebruiken om je naar werk, school of nachtclub te verplaatsen, of het nu 30 graden onder of boven het vriespunt is. Gelukkig heeft de lokale bevolking genoeg ‘snow how’ om zichzelf warm te houden.

“Of de school ooit afgelast wordt?” Teemu grijnst veelbetekenend. “Zelf bij -40 moest ik gaan. Te voet, hè. Wel mochten we dan tijdens het speelkwartier binnenblijven.”

Voor wie het nog niet doorheeft: Teemu is een taaie Fin, die geen woord te veel zegt. Zoals het archetype over de stille, sterke Finse man uit de roman ‘De zeven gebroeders’ van Aleksis Kivi, de oervader van de Finse literatuur: “Hij praat niet en hij kust niet.”

Teemu houdt van de elandenjacht, ijsvissen en worstelen met beren, al ben ik van dat laatste niet helemaal zeker.

Wel, die taaie Fin ontdooit van zodra hij zijn eerste (glutenvrije) pils opentrekt in de buitenshuis-sauna. Uiteindelijk zal hij degene zijn die achteraf op een afscheidsknuffel aandringt. Maar ik loop vooruit op de zaken.

lapland-deel-1-6

“Deze sauna is gebouwd door mijn grootvader”, zegt Teemu, “Traditioneel is dat het eerste wat een heer des huizes optrekt. Zijn familie kan er dan al koken en slapen, de was en de plas doen, terwijl hij begint aan de rest van het huis.”

Teemu giet een scheut pils op de hete stenen. Die sissen een haastig dankjewel; een wolk van stoom dampt omhoog. De hele sauna geurt stante pede naar een versgebakken roggebrood.

“Sauna staat gelijk aan traditie. Wanneer je op maandagochtend met tegenzin naar het werk vertrekt, troost je je met de gedachte dat het over drie dagen alweer woensdag is. En je dus de sauna in kan. En op zaterdag vier je het weekend. Vroeger gingen de mensen op die dag de sauna in omdat ze fris wilden ruiken voor het bal ’s avonds.”

“In de sauna reinig je je, zowel fysiek als mentaal. Zit je er alleen, dan heb je de tijd en de ruimte om na te denken. Het is ook de plaats waar Finse mannen, na een paar biertjes, de ware problemen bespreken. Dan gaat het niet meer over sport en auto’s, maar over het leven, relaties, politiek.” Geen wonder dat verschillende Finse politici onderhandelingen voerden in de sauna. Het is eens wat anders dan Hertoginnedal.

Daar zitten we dan, te zweten in ons nakie. En je raadt nooit wat er toen gebeurde. Lees het in deel twee. Hint: het heeft te maken met fel groen licht in het donkerste van de nacht. En nee, ik moest daar geen LSD voor slikken.